De gebiedscommissie wil verschillende participatievormen inzetten om meer Feijenoorders te bereiken.
Perspectief, stille armoede, ontmoetingsplekken in de wijk en troep op straat zijn de centrale thema’s in het gebiedsplan Feijenoord. Daar moet de inzet de komende vier jaar op gericht worden, vindt gebiedscommissie Feijenoord. Iedere wijk heeft zijn eigen speerpunten en er is verschil in de zwaarte van de opgave. In een aantal wijken kan de gemeente niet volstaan met de huidige inzet om de doelen te bereiken. Maar de aandacht moet ook zeker gaan naar wat goed gaat: Feijenoord heeft veel betrokken bewoners die trots zijn op hun buurtje en dat met allerlei initiatief laten zien. Gebiedscommissie Feijenoord heeft op 10 juli ingestemd met het gebiedsplan en biedt deze vandaag aan het college van B&W aan.
Ambities Gebiedscommissie Feijenoord
Het gebiedsplan Feijenoord beschrijft de belangrijkste ambities voor de komende vier jaar. De opgave varieert per wijk, maar er zijn een aantal dominante thema’s te zien. Ten eerste meer perspectief aan jongeren en werkzoekenden. De schooluitval onder jongeren is te hoog en er is weinig motivatie omdat de kansen op werk beperkt zijn. Het aandeel mensen met een bijstandsuitkering is in een aantal wijken aanzienlijk. Niet voor iedereen is werk een haalbare optie, activering door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk is zeer wenselijk. In het gebied Feijenoord is veel stille armoede, ook in de wijken waar je het niet direct verwacht. Dat is zorgelijk want het leidt vaak tot isolement en steeds verdergaande problemen. Opvallend is de vraag om multifunctionele wijkcentra nu de meeste buurthuizen dicht zijn of gaan. Ten slotte is de troep op straat een probleem en dat wordt niet opgelost met alleen meer vegen.
Wijkspecifieke zaken
Daarnaast zijn er wijkspecifieke zaken zoals het behoud van het zeer gewaardeerde groene en monumentale Vreewijk waar tegelijkertijd de mogelijkheden om oud te worden in de eigen woning onder druk staan. Katendrecht wordt steeds populairder bij bezoekers en dat moet de gemeente blijven ondersteunen, bewoners vinden het voorzieningenniveau in de wijk en de parkeerdruk zorgelijk. Bij de Kop van Zuid is een impuls van het entrepotgebied en meer verbinding tussen bewoners gewenst en op de Wilhelminapier verdient groen en verkeer de aandacht. Op het Noordereiland is er sterke binding tussen bewoners, overlast op de kades en het groen zijn hier zorgpunten. In Feijenoord is er veel bewonersinitiatief, er is een tekort aan eerstelijns- en ouderenvoorzieningen en de overlast rondom Station Zuid en de Oranjeboomstraat is een grote ergernis. De Afrikaanderwijk is geliefd om de markt, het park en het zwembad. Aandacht is nodig voor overlast van jongeren en horeca, leegstand en de Tweebosbuurt. In Bloemhof en Hillesluis zijn behalve de sociale thema’s het weinige groen, de staat van de winkelstraten, veilige schoolroutes en drugspreventieprogramma’s thema’s.
Meer dan reguliere gemeentelijke inzet nodig
Voor de commissie is duidelijk dat de opgave in een aantal wijken niet lukt met alleen de reguliere gemeentelijke inzet. Er zijn aanvullende middelen en interventies nodig. Dat geldt specifiek voor het ingrijpen in de particuliere woningvoorraad (slecht onderhoud en meer variatie), aanpak van stille armoede (regelingen zijn grotendeels afgeschaft), taalbeheersing (meer en meer op maat), perspectief bieden aan jong en ouder (meer begeleidingscapaciteit) en het verminderen van schooluitval (andere en snellere aanpak).
Samenspraak bewoners en professionals
Het gebiedsplan is in samenspraak met bewoners en professionals tot stand gekomen. Ondanks de krappe planning, besloot de commissie de wijken in te trekken om het gesprek te voeren over wat er speelt en nodig is. De opbrengst van de tien wijktafels leverde een aanscherping van het plan op. Bewoners waardeerden de mogelijkheden, maar het bleek ook lastig om op hoofdlijnen over de wijken te spreken. Er is vooral behoefte aan inspraak op concrete zaken. Als ogen en oren van de wijk wil de commissie hierover steeds in gesprek zijn met bewoners, hen ook stimuleren om zelf aan te pakken in de buurten. Om meer Feijenoorders te bereiken, zijn verschillende participatievormen nodig.